zondag 24 februari 2013

Als perfectie de norm is, schiet iedereen te kort.


Nick (van Nick en Simon) in the Voice of Holland, tegen een kandidaat:”ik kon je niet op een foutje betrappen, dus ik móest wel op de knop drukken”. Gaat het daarom? Geen fouten maken? Heb je dan succes, als je geen fouten maakt?

Als je op een podium staat als zanger, dan is het publiek je klant. En het publiek is altijd eerlijk: doe je het goed, dan raak je ze, trek je ze mee in je energie. Doe je het niet goed, dan breng je niks over. Maar het publiek rekent je nooit af op je fouten. Het rekent je af op je overtuigingskracht. Dat heb ik zelf als zanger al erg vaak meegemaakt: als je er veel energie in stopt, maken foutjes weinig indruk. Geen fouten willen maken is misschien wel nuttig als je repeteert of oefent. Maar op een podium of in de studio, als het er echt om gaat, dan is het vooral je passie en overtuiging die moeten overkomen: je publiek moet je geloven!

Lijkt het bovenstaande op het intrappen van een open deur? Bedenk je dan eens hoe het in jouw branche is. Of op je werk. Wordt je afgerekend op fouten, of juist gevierd om je inzicht, je kennis, en je vaardigheden? Wat voor leider ben je? Straffen of belonen? Of wat voor werknemer ben je? Ben je bang om fouten te maken, of neem je graag risico?

Ik werk als zangcoach nooit foutgericht; fout zingen bestaat niet. Zelfs als iemand vals zingt, is daar gewoon een oorzaak voor, die is op te lossen. Niet door iemand te wijzen op de valse noten, maar door hem te helpen bijvoorbeeld zijn ademhaling beter in balans te krijgen.

Ben ik zelf dan bang fouten te maken als coach? Welnee. Ik beschik meestal over een aantal verschillende manieren om bij een student iets voor elkaar te krijgen. Werkt het één niet, dan probeer ik wel een andere manier. En soms probeer ik iets nieuws. Daar is nooit bluf bij: ik zeg altijd vooraf dat ik een experiment uitvoer. En als het werkt, hebben zowel de leerling als ik iets geleerd. En zo heb ik er weer een strategie bij gekregen.

Zijn mijn leerlingen dan bang om fouten te maken? Helaas soms wel, in de eerste les. Als ze gewend zijn aan een andere aanpak bijvoorbeeld, van een andere docent, die op iedere slak zout legde. Of als ze gewoon nerveus zijn voor de eerste kennismaking. Maar na de eerste les is dat meestal helemaal weg. Dat komt omdat ik opnames maak van hun vorderingen. Dan nemen we samen de goede punten door. De dingen die minder goed gaan, hoort de leerling zelf ook wel. En dan gaan we samen proberen, om dat wat goed gaat uit te breiden. Dat lukt altijd. En dat laat ik weer terughoren. Daarmee bouwt een leerling, steen voor steen, aan het zelfvertrouwen. Het eindresultaat mag mee naar huis, om te laten horen aan iedereen. En om zelf aan te wennen: zó kan ik klinken.

Ik zou willen dat het hele onderwijs op deze positief bekrachtigende manier zou werken. Mijn dochtertje van 6 was echt verdrietig toen ze in haar CITO toets 3 fouten had. Ze had dus 47 vragen goed, maar dat kon haar niet troosten. Dat is ook niet zo gek. Men meet hoe goed iemand is, door het aantal fouten te tellen. De bedoeling van een test, is natuurlijk om vast te stellen waar zij eventueel nog aan moet werken. Maar dat is er niet bij gezegd en ze beschouwde het als een wedstrijd, die ze alleen kon winnen met 50 goede antwoorden. Ze is slim genoeg, maar als perfectie de norm is, schiet iedereen te kort.

vrijdag 22 februari 2013

Zingen met een open keel: alweer een zangmythe ontmaskerd.

Probeer het maar eens: je keel open zetten en tegelijkertijd klank maken met je stem. Als je denk dat het mogelijk is, lees dan eens een boek over anatomie. Je stembanden zijn open als je ademt en gesloten als je spreekt of zingt. Maar wat wordt dan bedoeld als zoveel collega's het hebben over " zingen met een open keel"? Ze doelen daarmee waarschijnlijk op het " open " of ruime gevoel in je keel als je met een goede techniek zingt. Hier is dus (wederom) sprake van uit het belcanto overgeleverd verhullend en fout woordgebruik. Als je zingt, dan is het zingen met een ontspannen tongbasis een basis voorwaarde voor een goede toon, ongeacht de stijl waar je in zingt. En als je dat doet, voelt je keel "open". Maar dat is ' ie zeker niet! Een zangdocent die het mechanisme niet kent, refereert aan het keelgevoel. Mijn leerlingen leren gewoon hun tongbasis te ontspannen. Lees er meer over in "de essentie van de stem" www.vocalmedia.nl/shop.

donderdag 7 februari 2013

Ad Libs

Een kandidaat in the Voice of Holland zong een nummer van Trijntje Oosterhuis. Alle stoelen draaiden, maar niet van Trijntje. Haar commentaar: " je zingt het goed, maar mijn Ad Libs heb je niet goed gezongen."

Er zijn veel misverstanden over ad libs. Een ad lib is een vrij door de zanger of instrumentalist in te vullen gedeelte in de muziek. Dus als een zanger een stukje mag improviseren, dan is dat een ad lib. Zing je de door jou bedachte lijn daarna steeds hetzelfde, dan is het geen ad lib meer, maar een riff of een lick. Dus als Trijntje zegt dat haar ad libs niet goed worden nagezongen, dan is dat een rare uitspraak: een ad lib die je nazingt is geen ad lib meer! En als Trijntje iedere avond dezelfde lijntjes zingt, dan zijn ze voor haar ook geen ad libs meer, maar gecomponeerde versieringen, ornamentaties en melismen.

Meer over ad libs en improvisatie vind je in het blad Bandcoach van maart 2013.

Aanvulling achteraf:
Uit de reacties op  deze Blog, maak ik op dat er mensen zijn, die het "om de melodie heen bewegen" als ad libs betitelen. Maar dat is slechts één vorm, bekend door ad libs koninginnen Mariah Carey, Whitney Houston, Christina Aguilera etc. Een ad lib kan echter voortkomen uit alle mogelijke vormen van improvisatie. Het is immers een "vrije invulling", ad lib betekent namelijk "ad libitum", "naar vrijheid". Ad libs beperken tot melisme (omspeelde melodie) is niet vrij meer. Zeker niet als je altijd dezelfde versiering zingt. De term ad lib wordt dus vaak slecht gebezigd. Het is een modewoordje geworden, waarvan de betekenis niet meer lijkt te worden begrepen.

zondag 27 januari 2013

Muziekstijl en jouw stem

"Jouw stem is heel geschikt voor klassiek" of:"Jij kunt beter geen rock gaan zingen". Dit zijn uitspraken die sommige leerlingen van mij ooit hoorden van anderen. Maar klopt dit eigenlijk wel?

Een stem is een stem, en in principe geschikt voor iedere stijl. Klinkt een stem te dun voor rock? Dan kun je dat met een goede zangcoach gewoon veranderen. Of wil je leren hoe je met en zonder compressie onhoorbaar in elkaar over kunt laten lopen voor een goede klassieke klank? Geen punt. Met een goede zangtechniek kun je alles gewoon leren. Vanwege je gewoontes, de normale manier waarop je je stem gebruikt, zijn er wel stijlen die je wat gemakkelijker af zullen gaan. Maar geloofwaardig zingen in iedere stijl behoort altijd tot de mogelijkheden. En juist de stijlen die wat verder van jouw dagelijkse stemgebruik af liggen zijn echt hartstikke leuk en leerzaam om te ontdekken. Zo kom je aspecten tegen van je stem en zelfs van je persoonlijkheid die je nog niet kende. Dus laat je nooit beperken door vooringenomenheid; een goede zangcoach helpt je juist je grenzen te verleggen!

zaterdag 19 januari 2013

Talentenshow: meedoen of niet?

x-Factor, the Voice of Holland, Voice Kids, so you wanna be a popstar, the Winner is, Idols; al veel leerlingen van mij hebben meegedaan aan een talentenshow op televisie. Een aantal is behoorlijk ver gekomen, soms wel tot in de finale. Maar is dat ook wat voor jou? En wat levert meedoen je op?

Televisietijd
Om te beginnen moet je realistische verwachtingen hebben: 99% van de mensen halen niet eens een televisie-moment. Lukt dat wél dan levert meedoen je in ieder geval (kostbare) televisietijd op. Als je de préjury dus weet te passeren. Tijdens mijn werk als préjurylid hoorde ik een kandidaat eens zeggen:"als ik hier doorheen kom, mag ik naar de échte jury" (en wat was ik dan?), doelend op Henkjan Smits en collega's . Maar let op: juist de prejury kijkt erg precies en vakkundig. Ervaren zangcoaches en producers zitten naast elkaar. de zangcoaches beoordelen de stem. De producers de "televisiewaardigheid". Mag je door? Dan komt de "televisiejury". Zij voeren het programmaformat uit. Hoe zij reageren, de toon die zij zetten, is zorgvuldig door de redactie van het programma bepaald. Bij Popstars en Idols werden kandidaten soms zelfs uitgelachen. Bij the Voice is de toon weer heel anders. Sta je voor de televisiejury, dan is de show al begonnen. Daar maak jij dan deel van uit. Er wordt televisie gemaakt; een talentenshow is géén zangopleiding!

Winnen
als je het programma hebt gewonnen, dan wil dat zeggen dat je het vaakst in beeld bent geweest. Je prijs is daarom niet het platencontract. Daarvan zal je echt niet rijk worden. Platen kun je trouwens ook zelf maken, daar heb je geen televisieprogramma voor nodig (voor 500 euro heb je 500 cd's, voor 1000 euro 3 dagen studio tijd). Je echte prijs zijn kostbare televisieminuten. En promotie. En aandacht.

Kartonnen doos
Goede zangers worden meestal wel doorgelaten. Maar heb je de uitstraling van een kartonnen doos, dan wordt het wel lastig, hoe goed je ook zingt. Een geweldige uitstraling en een matige stem, kan het soms zelfs tot in de finales schoppen. Het blijft dus een gok. Maar als je jezelf in de kijker wil spelen, dan kan zo'n televisieprogramma wel helpen.

Voorwaarden
Je moet als kandidaat niets aan het toeval overlaten. Denken ze bij jou thuis allemaal dat je een groot zangwonder bent? Fijn voor je, maar die mensen houden van je. Het is hun wérk om je goed te vinden. Je ouders, broers, zussen, vrienden; zelf hebben ze het lef misschien niet. En hopen dat jij dat wél hebt. Wil je beoordelen of je zangambities realistisch zijn, ga dan naar een ervaren zangcoach. Iedere zichzelf respecterende artiest heeft zangles. Ja, óók Borsato! Als je denkt dat jij het wel zonder zangcoach kunt stellen, dan ben je erg naïef en overmoedig. Dus nogmaals: ga naar een zangdocent die bekend is met de eisen die gesteld worden. Al was het alleen maar om eens een professionele mening te horen van een vakman/vrouw. En om aan je stem te werken.

Mediatraining
En als het een zangcoach is die bekend is met televisie, is een stukje mediatraining ook zeker niet weg; ieder woord wat jij zegt kan verkeerd worden gemonteerd. Zo kun je kostbare stemmen verliezen. Er zijn technieken om jezelf zó neer te zetten zoals je jezelf graag ziet. Ook dat kun je met goede begeleiding oefenen.

Song
En zing vooral een nummer wat je al langer zingt. Een jury weet niet of het een nieuw nummer voor jou is of niet. Dus doe dan maar gewoon wat je al jaren doet. Daar kun je sneller in uitblinken en gaat het veel soepeler. En als de redactie iets voor je uitkiest, piep dan als je vindt dat het écht niet bij je past of als de toonhoogte niet klopt.

Afweging
Maar moet je nou wel of niet meedoen? Het kost in ieder geval tijd en voorbereiding om goed voor de dag te komen. Het nivo ligt bij iedere nieuwe show weer hoger. En het aantal zangers is in dit land echt eindeloos. Dus denk niet dat met één keer televisie je carrière is uitgestippeld. Zelfs winnaars moeten hard (blijven) werken om aan optredens te komen en gezien te worden.


Of je na lezing van dit verhaal nog mee moet doen of niet, hangt af van je doel. Wat wil je bereiken? Dat is de cruciale vraag. Het antwoord daarop weet jij zelf het beste. Want meedoen heeft niet alleen met zingen te maken.


Promotie
Doe je mee aan een talentenshow, dan moet je ook bereid zijn om iedereen in je (sociale) netwerk op de hoogte te blijven houden, schrijf Blogs, maak filmpjes, tweets, facebook posts; hoe meer je wordt "geliked" hoe meer mensen je gaan volgen. Zo bouw je aan een fanbase, zelfs al vóór je audtie wordt uitgezonden. Die fanbase smst jou later hopelijk ook door een moeilijke ronde heen. Of downloadt je single. Meedoen kost je dus veel tijd, ook náást het optreden. Kun je ook na deelname deze tijd blijven investeren, dan kan het dus een goed idee zijn om mee te doen. Maar doe je het alleen maar "voor de lol", verwacht dan niet dat de deuren van de showbizz voor jou zullen worden opengehouden. Tenzij je met volle handen aanbelt om de pizza-bestelling af te leveren.

zaterdag 5 januari 2013

Buikademhaling

Eén van de hardnekkigste misverstanden bij het zingen, is het begrip "buikademhaling". Het komt van een verkeerde vertaling van "abdominale ademhaling". Abdomen is je buikHOLTE. Dus abdominale ademhaling is ademhaling met je buikholte (de ruimte tussen je middenrif en je schaambeen), en niet met je buik (of buikwand). Adem je in, door je buik uit te zetten en in te trekken, dan krijg je een stijf geluid, moeilijk vibrato en raak je snel buiten adem. Mensen die dit zo hebben geleerd, zie je vaak met de hand op te buik om de ademhaling te controleren.

Bij een goede ademhaling, zet je je flanken uit. Je handen zijn, als je wilt controleren of het goed zit, in je zij. Kuch maar eens. De actie die je nu voelt in je flanken (of je zij, je middel, het zachte gedeelte net boven je heupen) is ademsteun. En dat is wat  je wilt. Een natuurlijk proces en een natuurlijk aanvoelende actie. Doet je buik hierin mee? Jawel. Maar als je je daar op richt, verkrampt je ademhaling.

zondag 18 november 2012

De mythe van het inzingen

Eén van de zaken waar bijna iedere zangdocent het over eens lijkt te zijn, is de noodzaak om "in te zingen": een soort vocale warming up, meestal met herhaalde toonladders, voordat je aan je repertoire gaat werken. Vele uren zangles worden hier jaarlijks door zangdocenten aan besteed. Met als belangrijkste argument, dat ook een sporter een warming up moet doen om blessures te voorkomen. Je stembanden zijn immers ook spiertjes?
In de klassieke muziek klinkt de zangstem heel anders dan je spreekstem. Deze klank was nodig om boven grote orkesten uit veel volume te kunnen maken zonder microfoon. Iedereen die vindt dat klassiek zang gekunsteld is, of “gemaakt” klinkt heeft in wezen gelijk: het is geen natuurlijke klank. Hij moet worden aangeleerd. Dat leerproces omvatte jarenlange training en veel zingen van toonladders aan de piano. De stem moest een kunstje leren, “open” worden gezet. En de toonladders zorgden daarbij voor een uniforme ervaring.
Ook zorgde het zingen met toonladders voor een betere intonatie van de destijds nog jonge gelijkzwevende stemming, sinds Bach de natuurtoonladders afschafte. Die gelijkzwevende stemming hebben we nu alweer een paar honderd jaar. Al onze muziek is er op gebaseerd. Een natuurtoonladder zing je daarom niet meer vanzelf. Dus alleen al om deze reden is een zangoefeing allang niet meer per se een toonladder.
Maar met de komst van de microfoon, was het volume van de klassieke klank ook niet meer nodig. Sinds het ontstaan van pop en jazz muziek is het zingen met hetzelfde geluid als je spreekstem daarom mogelijk gemaakt en in zwang geraakt. Voor popzangers is het oefenen van een klassieke klank daarom niet meer nodig. En vaak juist heel verwarrend. Het is een andere stand van strottenhoofd, zacht verhemelte, keel en mond. Het kan heel interessant zijn om als popzanger een klassieke klank aan te leren, maar voor het zingen van pop is het echt niet nodig. Valt zelfs buiten de stijl.
De meerderheid van de zangdocenten is nog steeds klassiek geschoold. De kennis om een goed en gezond een popgeluid neer te zetten moet er ná hun opleiding vaak zelf bij worden geleerd met een aanvullende cursus, scholing of praktijkervaring. En hoewel er nieuwere methodes de conservatoria binnen zijn gekomen, blijft voor velen de klassieke klank toch de basis. Dat is hen immers altijd voorgehouden. Wat goed is voor een klassieke zanger, is daarom immers ook goed voor een popzanger? Helaas heeft die gedachte heeft al vele conservatorium studenten en zangleerlingen in een lastig parket gebracht als de docent techniek een klassieke klank oefende met het zingen van toonladders, terwijl het nummer een popklank nodig had.
Maar inzingen is toch nog wel nodig? Je moet je stem toch trainen? Ja, je moet je stem, of beter gezegd de besturing ervan, oefenen. Maar de stembanden zelf zullen, hoe veel je ook oefent of inzingt, niet veranderen. Ze blijven even dun of dik. en ook even warm of koud. En dat is maar goed ook. Bij het zingen zonder compressie moeten ze vrij in hun “huls”, het ligament, kunnen bewegen. Zouden ze door oefening dikker worden, dan zou dat niet meer soepel gaan. Trainen is overigens heel iets anders dan kilometers maken. Trainen is: goed kijken hoe je geluid tot stand komt en daar bewust veranderingen in aanbrengen. Dat kan binnen iedere muzikale context. Gewoon veel noten zingen om de stem "op te warmen" kan, als je het niet goed doet, er voor zorgen dat je verkeerde wijze van toongeven alleen maar verder wordt bestendigd.
Of het voor het leren besturen van je stem dan wel handig is om in te zingen met toonladders is verder ook nog maar de vraag. Onze hersenen leren door herhaling. Als je iets vaak fout doet, krijg je de fout er nog maar heel moeilijk weer uit. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat je heel veel tijd stopt in het proberen een moeilijke noot te raken. En dat wordt dan steeds lastiger. En later, tijdens het zingen van een ander nummer, lukt het dan ineens wél. Stel je voor dat je zo'n probleem hebt met een zangoefening. Doordat een toonladderoefening zich herhaalt, slijt ook de fout er verder in, de kras op de plaat wordt steeds dieper. En zo raak je steeds verder van huis.
Daarom kun je het beste oefenen binnen de context van een song. Daar komen eventuele problemen meteen aan het licht en kunnen ter plekke worden opgelost. En lukt er iets niet meteen, verander dan eerst iets voordat je het weer probeert. Einstein zei het al:”de definitie van de waanzin is steeds het zelfde proberen en toch denken dat de uitkomst anders wordt.” En lukt iets, na verandering, wél, herhaal het dan drie keer. Dan houden je hersens de informatie beter vast.
Daarnaast, als je alleen maar oefent binnen de context van een song, koppel je ook meteen de emotie aan de handeling van het zingen. En zo leer je beter om de techniek goed toe te passen bij het zingen van songs. En dat is wat je wil. Als je het zingen “los” oefent, worden er geen verbindingen gelegd in je hersenen tussen het technische zingen en de emotie. En oefen je dus maar half. Oefen je in een song, dan word je ook veel meer gemotiveerd. Simpelweg omdat het leuker is om een song te zingen. Ook los je daarmee ook het misverstand op dat een technisch goede zanger emotioneel minder te melden lijkt te hebben en een technisch slechte zanger mensen meer kan raken. Dat is, als je techniek oefent binnen de context van een song, nooit meer een probleem. Sterker nog, door het zo aan te pakken kan de emotie de techniek een handje helpen en andersom; vanuit een emotie kan je stem vanzelf dingen doen die je zonder die emotie zelfs schade kunnen berokkenen.
Benodigdheden voor een dergelijke praktische aanpak zijn wel: een hele goede monitoring van de stem door zanger én docent met een microfoon en koptelefoon en een heel goed inzicht van de docent in wat de leerling met zijn stem doet. En omdat de docent de leerling tijdens dit proces heel direct en duidelijk benadert op grond van wat er precies gebeurt (dus geen vage beeldspraak) is de leerling in staat om thuis dezelfde kwaliteit te bereiken. En is later veel minder afhankelijk van de zangdocent als hij de opnames van de les thuis zelf kan afspelen.
Maar waarom lijkt het dan soms zonder inzingen pas goed te klinken als je al even bezig bent? Dat is omdat je voordat je ging zingen te passief was en niet duidelijk was naar jezelf welke klank je eigenlijk zocht. Daar kom je tijdens het eerste nummer zingen dan pas achter. Maar als het je even tijd kost om de goede klank te pakken te krijgen, dan kun je, als je pers se wilt inzingen, toch net zo goed dat eerste nummer gebruiken? Als je tijdens het optreden pas tijdens je tweede nummer de goede klank hebt, begin dat optreden dan ook met het tweede nummer. En wil je leren het helemaal zonder “warm zingen” of inzingen te doen, dan is het met VocalFeedback mogelijk te leren om je vóóraf een idee te vormen in je hoofd van de klank. Dan kun je vanaf de eerste noot al knallen.
Maar is een stem warming-up dan nooit nodig? Heel eerlijk gezegd: soms wel. Bijvoorbeeld als je vanuit de vrieskou van je fiets af stapt. Dan is door de langsstromende koude lucht het slijmvlies in je keel wat droger en ook kouder. Maar dan is 5 minuutjes wachten genoeg, totdat de kou uit je keel is en het slijmvlies weer vochtig genoeg. Of als je de hele dag nog niet hebt gesproken. Dan is het fijn om even wat regels te zingen om te checken hoe het met je stem staat. Maar dat hoeven echt geen toonladders of arpeggio's aan de piano te zijn. Een stukje zingen volstaat in zo'n geval. Voor de rest hoef je je stem echt nooit op te warmen. Je stem zit namelijk in je keel. En die is altijd even warm. Steek er maar eens een thermometer in? 37 graden!