Als je op zoek bent naar een zangleraar, waar moet je dan op letten?
Veel zangers (ook veel bekende) geven naast een zangcarrière ook
zangles. Maar is een succesvolle zanger automatisch ook een goede
leraar?
Lesgeven is een heel ander vak dan optreden. Het vereist een speciale
aanpak en veel empathie, zich kunnen verplaatsen in een ander. Ook (en
juist!) als die over minder talent lijkt te beschikken dan de leraar.
Natuurlijk is het handig als jouw zangleraar veel podiumervaring heeft.
Maar er is veel verschil tussen een leraar die echt voor het leraarsvak
heeft gekozen, al dan niet na een zangcarrière, of een leraar die het
erbij doet. Die laatste zal niet veel tijd besteden aan het bijleren van
methodiek en
zangtechniek.
Hoe onderscheid je nou een docent van een zanger? Kijk eerst maar eens
naar zijn/haar website. Staan daar leerlingen op? Of alleen maar glamour
foto's van de docent? Het is dat wat je het liefste doet of wilt, waar
je graag mee naar buiten treedt. Dus ook al heb je 30 leerlingen in je
studio, als je site daar niet over gaat, maak je als docent eigenlijk
duidelijk dat je liever wat anders doet dan lesgeven.
Maar ja, voor veel optredende artiesten is het niet zo'n vetpot. Ze
geven er dus les naast om rond te komen. Maar dromen nog steeds van een
succesvolle carrière als zanger.
En er zijn natuurlijk ook veel zangers die sinds hun afstuderen aan het
conservatorium, geen enkele scholing of update hebben gehad. En die dus
heel veel van de nieuwste ontwikkelingen missen. Vooral de laatste jaren
is er op zanggebied erg veel gebeurd: EVTS, daarna CVT en nu dus
VocalFeedback.
Veel zangers en zangeressen hebben helemaal niet zo'n heel grote
carrière (gehad). Ze hebben soms wel leerlingen die veelbelovend lijken.
Daar kan dan wat kribbigheid bij om de hoek kijken in de les. Soms
zelfs wat jaloezie. Begrijpelijk misschien, maar niet echt prettig als
werksfeer. Een docent die zelf niet het gedroomde succes heeft bereikt,
voelt meestal dat hij zijn tijd verdoet met de beginners. Maar voelt
zich ook weer een beetje afgunstig naar de heel goede leerlingen. Beide
groepen krijgen zo niet wat ze nodig zouden hebben.
Een docent die op de eerste plaats echt docent is, reageert anders.
Heeft veel geduld. Is net zo blij met beginners als met professionals
(en kan daar net zo veel mee). Heeft geïnvesteerd in een professionelere
lesruimte en goede faciliteiten. En heeft een website die uitsluitend
over lesgeven en leerlingen gaat. Niet over allerlei projecten en
concertagendas van de docent Een toegewijde docent is op de hoogte van
de nieuwste trends, ontwikkelingen en technieken. En weet die ook toe te
passen. En is oprecht dolgelukkig als zijn leerlingen vorderingen maken
en successen boeken.
In 2005 al heb ik voor mezelf definitief de knoop doorgehakt om me in de
eerste plaats verder te ontwikkelen als zangcoach. Dat betekende niet
alleen me verder oriënteren en laten opleiden in mijn vakgebied, maar
ook een verandering van houding.
Door mijn keuze bleek ik veel beter in staat om het geduld op te brengen
dat iedere leerling nodig heeft om zich vertrouwd en veilig te voelen.
Daarnaast zorgde het ervoor dat ik geen genoegen meer nam met door
anderen bedachte methodes en oplossingen. Ik had de rust en de tijd om
de zaken voor mezelf eens goed uit te zoeken.
En dat heeft zeker zijn vruchten afgeworpen. Ik ontdekte dat mijn echte
talent schuilt in het overbrengen van vaardigheden. En dat er een
compleet nieuwe zangmethode moest worden ontwikkeld (!) om deze
vaardigheden op een snelle en effectieve manier te kunnen onderwijzen.
Ik heb de ervaring van het optreden gelukkig niet hoeven missen. Eerlijk
gezegd heb ik in dat optreden ook maar zelden de voldoening kunnen
vinden die ik nu, dagelijks, vind in het stimuleren en verder helpen van
enthousiaste leerlingen. Het geven van zangles is voor mij een
dagelijks terugkerende dynamische interactie met een uiterst aandachtig
en gemotiveerd publiek.
Het is, ook voor een toegewijd en gespecialiseerd docent, zeker wel aan
te raden om af en toe contact met het publiek vanaf een podium te
blijven maken. Gewoon, om het gevoel weer even te ervaren en om nieuwe
ontwikkelingen zelf uit te testen. Van de 70 optredens die ik ooit
jaarlijks deed, waren er hooguit 10 echt leuk. Die 10 optredens heb ik
over kunnen houden: iedere zomer ging ik met een band spelen in Frankrijk,
om me uit te leven op de pleinen en Boulevards van de Vendée. Zo bleef
ik in contact met de praktijk en doe ik weer nieuwe inspiratie op. Om me
dan de rest van het jaar weer volledig in te kunnen zetten voor mijn
leerlingen. Die stuk voor stuk vorderingen blijven maken en met veel
plezier naar hun zangles komen, in een vertrouwde setting met een
enthousiaste sfeer. Daar zitten ook professionals bij en jongeren die
bij talentenshows successen boeken.
Jaloezie ken ik niet. Maar wel trots: zoveel talent dat het vertrouwen
stelt in mijn lessen en methode. En als mijn leerlingen groeien, dan
groei ik mee. "Dat hebben we toch maar weer mooi samen geflikt" denk ik
dan.
Ik heb echt een prachtig vak!